» De wraak van de muziek « Herman Sabbe Linguïsten en antropologen hebben hun best gedaan om muziek te annexeren. Ruwet beschrijft muziek als een linguïstisch systeem. En Lévi-Strauss: » Muziek is taal, minus de betekenis « (sic). Hij had het niet beter kunnen zeggen: Muziek is be-tekenis; zonder de taal. Adorno heeft het over de ›Sprachähnlichkeit‹ van muziek. Wat een kronkel! En wanneer een dichter als Rilke muziek zo ongerijmd definieert als » Sprache wo Sprachen enden « , wijst dit alleen maar op de radeloosheid van onze cultuur als het erom gaat ›muziek‹ te omschrijven – muziek die onze cultuur graag wil reduceren tot ›taligheid‹.Muziek mag dan al, in de hier gehuldigde opvatting, geen ›taal‹ zijn, zij is wel (bijna steeds) een discours, een dis-cursus: uiteen-lopend. Zij is veelstemmig, of polyvocaal van aard – ik zeg ›veelstemmig‹, niet ›meerstemmig‹, omdat laatst-genoemde term elders bezet is, in de betekenis van ›polyfoon‹. Ook waar slechts één muziekstem klinkt – zij het een vocale, zij het een instrumentale – evolueert deze in uiteenlopende richtingen, voert zij een dialoog met zichzelf, is zij op haar eentje een antifoon, een appèl-en-respons. Elke muzikale uiting ensceneert een ontmoeting ›viva voce‹: stem en tegenstem. Overtuigende staaltjes hiervan worden geleverd in de virtuele veelstemmigheid van bijvoorbeeld Bachs (nochtans monofone) suites of sonates voor viool- of-cello-solo. Muziek expliciteert – of zij nu monofoon of poly-foon, dan wel homofoon of heterofoon is – de veelstemmigheid die, in de zin van Bakhtin die het zelf heeft over ›mentale orkestratie‹, in talig-literaire uitingen impli-ciet aanwezig is. (Waar poëzie daadwerkelijk gelaagd is, zoals in de simultaan-gedichten van DaDa, waagt zij de oversteek richting muziek).Het is pas dankzij de recente ontwikkeling van elektronische middelen dat mu-ziek echt wraak heeft kunnen nemen. Door taal te vermalen. Door taal als materie te gebruiken.Berio gaf in 1958 het sein met » Omaggio a Joyce « , waarin een opgenomen tekst uit » Ulysses « door elektronische manipulatie als het ware vloeibaar wordt gemaakt – het vloeibare waar de sirenen-barmeiden uit het elfde hoofdstuk van Joyces Ulysses in hun element zijn.Sindsdien zijn van dergelijke opslorpende muzikalisering van ingesproken taal-tekst talloze varianten ontstaan. Ik beperk mij tot twee voorbeelden, ontleend aan het werk van Steve Reich: » Come out (to show them)« , waarin deze woorden, door onderlinge faseverschuiving van diverse gesuperponeerde kopieën van zichzelf tot